Zomer 2024 Duitse & Deense Wad

We willen deze zomer naar de Oostzee. We hebben ongeveer vier weken en het idee is om via de westkant van Duitsland en Denemarken omhoog te varen, dan doorsteken via de Limfjord naar de Oostzee. Vervolgens via Kielerkanaal weer terug. Na anderhalve week gooien we de plannen echter om want we zien dat dit rondje wel erg ambitieus is voor ons en we veel mooie plekken moeten overslaan. We scharrelen uiteindelijk twee weken op het Noordfriese en Deens Wad, een heel mooi en qua zeilers erg rustig gebied.

Dit was onze route

Vrijdag 13 en zaterdag 14 juli Oppenhuizen – Wiens – Lauwersoog

Zaterdagochtend brengt Floor ons naar Oppenhuizen met een volle auto. Rond het middaguur vertrekken we, nadat we nog even een buitje hebben afgewacht. Dat blijkt een volstrekt nutteloze actie, want de hele middag regent het voornamelijk. Er trekt één strook regen over Nederland en daar varen wij precies in.

Gelukkig is er wel goede wind en vanuit de juiste richting, dus we kunnen lekker zeilen. Als we bij Leeuwarden bij de spoorbrug een tijdje moeten wachten spring ik even op de fiets om nog een boodschap te doen. Bij de Jumbo staat ook een loempiakraam, dat lijkt me een lekkere snack. Terwijl ik sta te wachten op de loempia’s belt Huib dat de brug open ging en dat hij alleen doorvaart. Ik krijg ondertussen het levensverhaal van de aardige Vietnamese verkoper te horen, die loempia’s duren echt erg lang!! Gelukkig kan Huib mij met fiets en loempiaatjes een eind verder weer oppikken. Voorbij Leeuwarden hebben we het wel gehad met dat prutweer, we leggen aan bij een steiger van de Marrekrite.

De volgende dag hebben we nog slechts af en toe wat regen en waait het stevig. Op alleen de fok varen we de Dokkumer Ee af en daarna het Lauwersmeer over naar de haven vlakbij de Robbegatsluis. We gaan hard genoeg op deze manier.

Windstoten van 7 Bft, dan schiet het wel lekker op

Maandag 15 juli Lauwersoog – Norderney

We worden uit onszelf om 6 uur wakker dus zijn we ruim op tijd bij de sluis, die vanaf 7 uur gaat draaien. We zijn niet de enigen, meer boten die naar het oosten willen. Het eerste stuk zeilen we lekker met goede wind naar het zeegat tussen Ameland en Schier. Daar wordt het wat pittig en op de Noordzee is het belabberd. De wind komt recht van achteren en er staat een flinke deining. Het lukt maar niet om een goede koers met de juiste zeilen te vinden. Over het ene boord, andere boord, roze olifant (lichtweerzeil) er op, zeilen naar links en rechts. We zien de boten in de buurt allemaal dezelfde worsteling hebben, niemand zeilt lekker. Na een aantal uur neemt de deining af en draait de wind door naar noord, dat is heel veel beter. De voorspelling was dat-ie ook helemaal zou wegvallen, maar dat gebeurt gelukkig niet. De hele middag zeilen we dus lekker, de zon komt er ook nog bij. Tien uur na vertrek uit de sluis leggen we aan op Norderney, een afstand van 57 mijl.

We ondervinden ook het effect van te veel informatie hebben. De afgelopen maanden kijken we op een facebook-groep van mensen die naar/in Scandinavië zeilen. Daar werd stevig gewaarschuwd voor het stuk van zee naar Norderney. Als je er al heen wilde dan beste 8 mijl omvaren via het Doventief, niet de geul van de Schluchter nemen vanwege ondiepte, slechte betonning, verlegde geul, etc. Wij zijn dus gewaarschuwd, vinden het dan toch spannend en vervolgens is het een eitje, niets spannends aan.

Dinsdag 16 juli Norderney – Spiekeroog

De eerste missie van Huib was om de gasflessen gevuld te krijgen. Het bleek dat de koppeling ergens niet meer goed vastzat, waardoor er gas ontsnapte in de gasbun (achterin de boot). Na twee dagen waren er op die manier al twee van de drie gasflessen leeg. Wie weet zijn we aan de dood ontsnapt! Maar goed, we leven nog en hebben nu nog maar een volle fles voor vier weken, dat is niet genoeg. Huib z’n missie was niet succesvol, ze vullen hier niet ter plekke en inruilen kan ook niet. Jorrit heeft een goede oplossing om gas te besparen: veel uit eten gaan.

We wandelen daarna naar het dorp. Norderney is beetje apart, met combi van leuke bebouwing, maar ook soort van militaire woonkazernes en lelijke hoogbouw langs de kust. Het is een voormalig kuuroord en in bepaalde delen straalt het dat ook uit.

Aangezien het vrij hard waait vaart er bijna niemand uit. Wij vertrekken wel ‘s middags om door te varen naar Spiekeroog. Dat is een leuker eiland en ook morgen wordt er veel wind voorspelt, dan liggen we liever daar een dagje. Wij hebben echt het grote voordeel dat we de kiel omhoog kunnen trekken waardoor we binnendoor over het wad kunnen, daar is het veel rustiger. We genieten van onze (speur)tocht. Achteraf kunnen we zelfs de enorme regenbui waar we in terechtkomen en waarin erg veel wind zit wel waarderen, het is nooit saai op het wad. Huib kan het grootzeil snel laten zakken en op alleen de fok knallen we door het ondiepste stuk (40 cm water onder de boot).

Nog een mooi plaatje van onze track vandaag:

Onderweg kwamen we ook nog vlak langs een plek waar veel zeehonden lagen.

Woensdag 17 juli Spiekeroog – Donderdag 18 juli Spiekeroog – Helgoland

Woensdag was weer een dag met iets te veel wind en golven om het fijn op zee te hebben, dus hebben we ons een dagje op Spiekeroog vermaakt. Dat vinden we allebei een leuk eiland, lijkt wat op Schiermonnikoog.

Donderdag vertrekken we rond 9 uur voor Helgoland, niet te verwarren met Legoland. Het ligt midden in de Noordzee en is een uur of zeven varen. Er wordt vandaag erg weinig wind voorspeld en inderdaad valt de wind na een aantal uren zeilen een heel eind weg. De motor er dus maar bij, maar even later staat er weer net genoeg wind om toch nog een heel stuk te kunnen zeilen. Het gaat niet hard en net niet helemaal richting Helgoland, dus de laatste paar mijl toch nog even de motor aan. Met al met al een prima zeildag. En niet te vergeten: de eerste dag zonder regen!

Helgoland is een soort rode rots midden in zee, het heeft een speciale status waardoor je er taxfree kan shoppen. Het leeft geheel op de (dagjes)toeristen. Er wonen zo’n 1.300 mensen en is in het verleden van Denemarken en Engeland geweest, maar sinds 1890 Duits. Het plaatsje is niet heel mooi.

Als we ‘s avonds een wandeling maken zien we de mooiste kant van het eiland, je kan namelijk bovenlangs de klif wandelen. Aan het eind van het eiland is een grote broedkolonie van Jan van Gent-en. Sinds vriendin Floor ons op deze vogels wees een paar jaar geleden zijn we fan van deze vogels en hier zijn er dus heeeel veel. Het pad loopt vlak langs de plekken waar ze zitten.

Vrijdag 19 juli Helgoland – Pellworm

We willen naar het eiland Pellworm. Dat is zo’n 7 – 8 uur varen, maar we moeten er wel rond hoogwater aankomen en dat is begin van de middag. Dus wekker op 5 uur gezet en meteen vertrokken. Dat betekende overigens wel dat we de avond daarvoor onze rij even moesten herschikken. Op Helgoland zijn geen boxen, je ligt er in pakjes van 6-7 boten. Wij liggen als derde, maar omdat we als eerste vertrekken moeten we doorschuiven naar de buitenkant. De anderen leggen touwen klaar en maken dan de achterkant los, zodat wij achterwaarts eruit kunnen. Vlak daarachter ligt ook een heel pak en daar staat iedereen klaar om ons af te houden als m’n stuurmanskunsten te wensen overlaten. Gelukkig vaar ik cool & composed de boot netjes er tussendoor, pfff.

De tocht naar Pellworm gaat ook prima, het venijn zit in de staart. De geul naar de haven is redelijk breed en met prikken gemarkeerd. Het laatste stuk wordt het toch wel ondiep, bij 20 cm onder de kiel krijgen we het wat benauwd en gaat Huib voorop zitten voor het gewicht. Even later zakt de snelheid hard terug, we lopen vast. Gas op de lolly en zo ploegen we de geul een beetje om. Als we bij de boxen zijn gebaart een man dat naast hem vrij is en helpt ons met touwen enzo. Hij vertelt ook dat we strak aan stuurboord hadden moeten varen, daar is het het diepst. Handig om te weten!

‘s Middags het eiland rondgefietst, wel aardig, niet heel bijzonder.

Als het ‘s avonds laagwater is en de haven droogvalt kunnen we ons spoor door de modder goed zien. Gelukkig vallen we mooi recht droog

Zaterdag 20 juli Pellworm – Hallig Hooge

We eten ‘s ochtends eerst een gebakje om Floor haar verjaardag te vieren. Daarna moeten we zodra we los zijn vertrekken, want ook onze volgende bestemming is een droogvallend haventje. We trekken de boot van onze modderbult af richting geul en kunnen 2,5 uur voor hoogwater al weg. We houden nu de goede kant van de geul aan, dat scheelt een hoop!

Er zijn twee routes, buitenom of door de geultjes met prikken. Wij twijfelen wat, maar volgens een buurman in de haven zou door de kleinere geulen wel moeten lukken, hij ging zelf ook die kant op. Hij vaart ons inderdaad ergens halverwege voorbij en steekt vervolgens een heel stuk af. Tsja, er achteraan of netjes de prikken volgen? We nemen het risico en volgen de buurman. Het is sowieso warm, maar nu hebben we helemaal zweethandjes, zeker als de diepte steeds verder afneemt. Maar gelukkig, we halen het en dat scheelt heel wat mijlen.

Hallig Hooge is dus een hallig, dat is een eiland met alleen een zomerdijk. Het bestaat uit tien warften (terpen) met woningen enzo erop en er wonen zo’n 100 mensen. Volgens de info is er een klein droogvallend haventje waar altijd plek is. Als we in de buurt zijn zien we best veel masten, vlaggen en een grote tent. Het jaarlijkse Schleusenfest is net vandaag, echt iets voor ons. Daardoor ligt het dus ook erg vol, maar we passen er nog wel bij.

We willen ons wel in het feestgedruis storten, maar liggen met de boot op een vervelende plek, waardoor we op de boot moeten blijven totdat we droog/vast liggen. We liggen precies op de rand van de geul. Om te voorkomen dat we erg scheef komen te liggen maken we een touw vanaf de bovenkant van de mast vast aan een hek op de kant.

Als we eenmaal vastliggen proberen we volledig te integreren; we hijsen alle vlaggetjes die we hebben omhoog, drinken bier, eten bratwurst (zelfs vega aanwezig) en ik doe mee met het trouwtrekken!

Zondag 21 juli Hallig Hooge – Amrum

‘s Ochtends fietsen we eerst Hooge rond. Dat duurt niet heel lang, in 15 minuten ben je van de ene naar de andere kant. Een aantal warften kun je rondlopen, de anderen zijn niet toegankelijk voor publiek. Het is echt een bijzonder en mooi eiland, met bloemrijke weilanden, beetje landbouw en wat beesten en dan die warften die uit het landschap omhoog komen. Op sommige warften staan maar een paar boerderijen/huizen, op de grootste wel een stuk of 15. In totaal zijn er tien warften op het hele eiland, met een kerk, twee musea en een supermarktje.

De Kirchwarft

Het gebeurt niet heel vaak dat het eiland onder water staat, maar dan ziet het er zo uit:

‘s Middags varen we verder naar Amrum en vanaf zee ziet het er echt uit alsof er boerderijen middenin het water staat.

Het is trouwens erg mooi weer met weinig wind. Als ik onderweg even overboord spring om te zwemmen en aan een touw achter de boot ga hangen, liggen we meteen helemaal stil.

Maandag 22 juli Amrum

Amrum is echt een heel mooi eiland. Volgens onze Duitse buurman zijn Amrum en Schiermonnikoog de mooiste waddeneilanden. We fietsen het hele eiland rond en klauteren op een paar plekken het duin over. De duinen en het strand zijn op sommige plekken echt heel erg breed. Verder zijn er mooie dorpen en is het gewoon een fijn en mooi eiland.

Zo handig deze ‘strandkorbe’

Op dit kerkhof hebben ze allemaal oude grafstenen gerestaureerd en gegroepeerd. In deze hoek staan alle zeevarenden bij elkaar, links een rijtje pastoren en ergens anders weer alle stenen van een familie. Het is mooi gedaan, met info over bepaalde stenen/mensen.

Gisteravond hebben we trouwens onze plannen helemaal omgegooid. Onze idee om door te varen naar de Limfjord en dan langs de oostkant van Denemarken weer terug betekent dat we behoorlijk moeten doorvaren en afstanden moeten afleggen. Het zou ook betekenen dat we grote delen van dit Noordfriese wad verder overslaan, terwijl we scharrelen over het wad juist zo leuk vinden. Dus we gaan het rustig aan doen, lekker wat ronddobberen tot aan Esbjerg, het officiële einde van het Nederlands/Duits/Deense waddengebied en van daar weer naar het zuiden, terug naar Nederland.

Dinsdag 23 juli Amrum – Föhr

‘s Ochtends doen we eerst weer een poging om ons gasflesprobleem op te lossen. Vullen gaat niet lukken en de Duitse propaanflessen zijn te groot. Uiteindelijk kopen we een campinggasfles, daarvoor hebben we nog een aansluiting op de boot liggen. Ik weet niet waarom, maar het gas in die flessen is 3-4 keer zo duur als de flessen die wij gebruiken. Maar we zijn blij dat we nu een oplossing hebben.

Daarna vertrekken we naar het volgende eiland, Föhr. Het is maar acht mijl varen en er staat een lekker windje, dus met alleen de fok uitgerold zijn we er zo. De haven ligt bij het plaatsje Wyk en het aparte is dat er nergens gewoon Wyk staat, maar altijd ‘Wyk auf Föhr’. ‘s Middags wandelen we wat rond in Wyk auf Föhr en dat blijkt echt een leuk plaatsje te zijn met een levendige boulevard. Het leuke is dat het wel druk en toeristisch is, maar niet ordinair, echt wel een leuke sfeer. Andere hoogtepunten zijn de Lidl en de sanitaire voorzieningen op de haven, wij noemen dat nu ‘het Paleis’.

Complete luxe badkamers

Het is de afgelopen dagen wel wat bewolkter en ‘s nachts wat regen, maar overdag een lekkere temperatuur en iedere dag toch ook zon.

Woensdag 24 juli Föhr

Vandaag een dagje Föhr, wat ook een heel mooi eiland blijkt te zijn. Minder natuur, maar wel meer dorpjes, die bijna allemaal eindigen op ‘um’ (Witsum, Nieblum, Oldsum, etc). We stuiten op het Museum Kunst der Westküste. Het gebouw zelf is al heel mooi strak en modern van binnen en met name de twee fototentoonstellingen vinden we erg mooi.

Daarna door naar Niedlum, wat een soort museumdorp is met veel mooie rietgedekte huizen, dat kunnen wij als Drenthen wel waarderen!

Er zijn trouwens twee dingen erg fijn aan alle eilanden waar we zijn: veel goede bankjes op de juiste plekken en genoeg openbare nette WCs. Ik probeer onszelf vast te leggen op zo’n goed bankje met de selftimer, maar na zes pogingen geef ik het op.

Donderdag 25 juli Föhr – Rømø

Vandaag weer een stukje doorvaren. We vertrekken tegen zeven uur en zijn eind van de middag op Rømø. Onderweg bedenken we dat we eigenlijk liever naar List op Sylt willen, maar dat is een hele kleine haven en als we bellen blijkt er geen plek te zijn. Dus maar naar Rømø, waar we in de lelijkste haven tot nu toe terechtkomen. Als we wat rondlopen wordt het niet veel mooier, een erg nieuw soort vakantiepark siert de omgeving op. Het helpt ook niet dat het weer is omgeslagen naar grijs en saai.

Het is trouwens erg jammer dat in dit deel van de waddenzee de meeste eilanden zijn verbonden met het vasteland. Hierdoor kun je niet via het wad naar andere eilanden varen, je moet iedere keer via zee. Alleen bij Fanø loopt er geen dijk, maar daar hebben ze een kabel op zes meter hoogte hangen, daar kunnen we ook niet onderdoor.

Vrijdag 26 juli Rømø

Als we wakker worden regent, als we opstaan regent het en rond de tijd dat we zouden vertrekken regent het ook nog steeds. Het wordt dus een dagje Rømø. ‘s Middags klaart het helemaal op, we halen de fietsen uit de bakskist om het eiland te bekijken. Dat valt helemaal niet tegen, het is vrij ruige natuur met veel verspreide vakantiewoningen. Het fietspadenstelsel is ook wat ruig en nog nat, we voelen ons echte offroad fietsers.

Zaterdag 27 juli Rømø – Esbjerg

Het plan is om om 10 uur te vertrekken, maar als we om 8 uur al klaar zijn gaan we maar. Dan hebben we misschien iets minder stroom mee, maar we zijn wel eerder in Esbjerg. Die plaats staat al lang op ons wensenlijstje, als het einde van het Waddengebied.

De tocht is wel prima, iets meer wind was mooi geweest, maar rond 16 uur leggen we aan in de nog nieuwe haven in Esbjerg. Het is een groot watersportgebied, met waterskibaan, waterpoloveld, zwembanen en de ‘Esbjerg Roklub’. Helaas is er niemand bij de roieclub aanwezig.

In de buurt staan de ‘Mennesket ved Havet’:

Tussen de mannen door zie je de haven liggen

Zondag 28 juli Esbjerg

Vandaag een dagje Esbjerg. De haven ligt een kwartier fietsen van de stad, dus de fietsen worden weer goed benut. Het is wel interessant, want we zijn weliswaar in het Waddengebied, maar Esbjerg is een echte havenstad met de nodige zware industrie. Vroeger was er ook veel visserij, maar nu is het vooral gericht op de offshore industrie, zowel oude (olie) als nieuwe (windenergie). We fietsen eerst onder andere langs opslagtanks voor olie en havengebieden en komen dan in het centrum.

Het is zondag, nagenoeg alle winkels en musea zijn dicht, het is vrij rustig in het centrum. Het is een aardig stadje met mooie gebouwen. We hebben een erg lekkere lunch, kijken nog wat rond en fietsen dan weer naar de haven.

Onderdelen van een windmolen gaan richting een windmolenpark

Esbjerg stond al langer op ons lijstje omdat we daarmee het hele Waddengebied van Den Helder tot Esbjerg zijn afgeweest. Een belangrijke reden om 15 jaar geleden een boot met kielmidzwaard te kopen was dat je daarmee goed op het Wad kan varen.

Maandag 29 juli Esbjerg – Fanø

Fanø ligt aan de overkant van het wad, het is maar een tochtje van 2,5 mijl. Met weinig wind kun je daar toch leuk een uurtje over doen. Het is een echte verenigingshaven met een terras wat goed gebruikt wordt door de leden, heel gezellig. Er naast is weer een roeiclub. Hier hebben roeiclubs zowel roeiboten als kajaks.

‘s Middags fietsen we het eiland rond. Het is een mooi eiland met weinig dorpen en veel natuur. Er staan hier heel veel vakantiehuizen in de duinen, blijkbaar is dat hier niet een probleem Alles bij elkaar fietsen we zo’n 30 kilometer.

Uitzicht op Esbjerg aan de overkant van de Waddenzee

Vlakbij de haven ligt een zandbank die droogvalt bij eb en dan verzamelt zich daar altijd een aantal zeehonden. Het is een echte attractie want ze liggen maar iets van vijftig meter van de best wel drukke boulevard.

Dinsdag 30 juli Fanø – Ho Bucht

Vandaag was een dag van helemaal niets doen. ‘s Ochtends varen we naar een baai even ten noorden van Esbjerg en daar gaan we voor anker. Het is heel mooi weer met weinig wind, zalig om dan voor anker te liggen. We vermaken ons met door de verrekijker gluren naar vogels en zeehonden, lezen, ik zwem een paar keer rond de boot en verder helemaal niets. Er is een zeehond die langer rond de boot blijft zwemmen, hij duikt iedere keer op een andere plek omhoog, zwemt naar het anker en dan weer een rondje boot, erg leuk.

Als ik op de vesselfinder kijk is het echt bijzonder hoe weinig zeil- en motorboten er aan de westkant van Duitsland en Denemarken zijn vergeleken met de oostkant. Het klopt ook wel met wat we om ons heen zien, echt heel weinig andere zeilboten. We zijns sinds we van Helgoland overstaken naar het Noordfriese en Deense wad bij elkaar vijf Nederlandse boten tegengekomen. Maar we komen ook niet veel Denen of Duitsers tegen, het is gewoon erg rustig op het water en ook in de havens is er altijd plek. Terwijl het toch echt een erg mooi gebied is.

In het omcirkelde gebied zijn we in de afgelopen twee weken maar vijf Nederlandse boten tegengekomen. We zijn nu bij de pijl.

Woensdag 31 juli Ho Bucht – Sylt

Dit was een vrij perfecte zeildag. Eerst wachten op stroom mee en toen ankerop en weer de Noordzee op. Eenmaal buiten is het een vrij rechte lijn en door iets meer naar buiten te sturen hebben we een fijne koers (wind net niet van achteren) en fijne snelheid. Goede wind (ruime 4, later 5), mooi weer erbij, dus wij zijn wel blij. Onderweg hebben we genoeg bereik om de finales van het roeien te kijken, ook daar worden we blij van!

Doordat de snelheid iets hoger ligt dan ingeschat zijn we wel te vroeg bij het zeegat tussen Rømø en Sylt, waardoor we daar nog flinke stroom tegen hebben en een wind tegen stroom situatie, waardoor we het laatste stuk nog flink aan de bak moeten. Met behoorlijke snelheid stuiven we op het haventje van List af. We hadden eerder die dag geïnformeerd of er plek zou zijn en dat was inderdaad geen probleem. Het is een leuk klein haventje met maar ongeveer vijftien plaatsen, waarvan maar zes voor passanten. Dit is de enige haven waar niet altijd plek is in dit gebied.

Weer gastenvlaggetjes wisselen

We eten lekker in een restaurant aan de haven met uitzicht op de boot.

Donderdag 1 augustus Sylt

Ook nu weer de fietsen uit de bakskist om het eiland te verkennen. Sylt heeft een bijzondere vorm, vrij lang en smal met een breed middenstuk waar het verbonden is met het vasteland. Er rijdt een autotrein tussen Sylt en vasteland.

Het eiland schijnt populair te zijn bij de Duitse jetset, het is jammer dat we geen Bekende Duitsers kennen, want die schijnen er dus te zijn. We fietsen naar Kampen, wat een van de duurste dorpen van Duitsland is en door de Hobokenweg, wat dan weer een van de duurste straten is qua huizenprijzen. We kunnen het allemaal slecht beoordelen, want de meeste huizen staan verborgen achter hele hoge kunstig gesnoeide heggen. Wel zien we best veel Porsches en andere dure auto’s rijden en er zijn andere winkels dan elders.

Verder is Sylt erg mooi, eigenlijk een groot duingebied met wat dorpen er tussen. De duinen bestaan afwisselend uit zand, zijn begroeid met helmgras of met heide.

Vrijdag 2 augustus Sylt – Helgoland

De wekker staat op kwart voor vijf, en dat in de vakantie. Maar ja, we hebben liever 2 knopen stroom mee het zeegat uit dan stroom tegen, dus weinig keus. Verder is het wel een eindje varen naar Helgoland vanaf Sylt, vroeg vertrekken is wel handig.

Het is eerst vrij fris met een licht windje, later wordt het mooier weer maar valt de wind weg. Met de ‘roze olifant’ en motor erbij komen we eind van de middag op Helgoland.

Het binnenhalen van de roze olifant door een slurf naar beneden te trekken

Precies twee weken geleden vertrokken we van Helgoland naar Pellworm, we hebben dus twee weken rondgescharreld op het Duits/Deense wad. We zijn blij dat we onze plannen hebben aangepast en niet rond Denemarken hebben gedaan, want dit gebied is leuk en mooi om een paar weken rond te zeilen.

Als we binnenkomen is het nog niet druk in de haven, maar uiteindelijk liggen we toch weer in een pak van zeven boten.

Zaterdag 3 augustus Helgoland – Zondag 4 augustus Helgoland – Langeoog

Zaterdag blijven we een dagje op Helgoland in afwachting van gunstige wind de volgende dag om weer verder te gaan. We doen weinig bijzonders, gaan drie keer verliggen vanwege boten die er tussenuit willen, kletsen wat met buurboten en doen wat (taxfree) boodschappen. Een van de buurboten is een stel twintigers die minimaal twee jaar de wereld rond willen gaan zeilen, best knap.

Zondag is weer een kwestie van geduld hebben. We moeten niet te vroeg weg want dan staat er aan het eind van de tocht nog niet genoeg water in het zeegat tussen Baltrum en Langeoog. Het is geen ramp om wat later te vertrekken, want ‘s ochtends staat er veel wind. Als wij om drie uur weggaan staat er nog steeds windkracht vijf, maar met twee riffen in het zeil gaat het prima, we hebben een voorspoedige en lekkere zeiltocht. We zijn wel beetje nerveus voor het zeegat, als er veel branding staat en nog niet veel water stuiter je tegen de grond wat niet echt goed is voor de boot. Maar het valt gelukkig mee, links en rechts zien we de nodige brekers, maar we hebben genoeg diepte en de wind is afgenomen. Het laatste uurtje zeilen we rustig naar de haven van Langeoog waar we tegen tien uur nog net in het schemerlicht aanleggen.

Maandag – woensdag 5 – 7 augustus Langeoog – Borkum – Engelsmanplaat – Schiermonnikoog

De tweede helft van de week komt de wind uit westen en die wordt ook vrij stevig, dus we besluiten vlot door te varen naar Nederland en daar dan nog naar Schiermonnikoog te gaan. Best jammer, want we varen de leuke Oostfriese Duitse Waddeneilanden daardoor allemaal voorbij. Van Langeoog motorzeilen we met weinig wind naar Borkum, waar we vlak voor het eiland voor anker gaan. De volgende dag varen we onder Borkum door en dan de Noordzee op, boven Schiermonnikoog langs en bij Engelsmanplaat gaan we voor anker. Woensdags varen we in een uurtje naar de haven van Schiermonnikoog, waar gelukkig plaats is. Als we wegvaren van Engelsmanplaat doet de helft van de meters voor diepte en snelheid enzo het niet. Huib zit grootste deel van de middag in de bakskist om het probleem op te lossen. Aangezien hij nog niet eens van de boot af is geweest, besluiten we om langer op Schier te blijven, zodat Huib er ook nog iets van kan zien!

Als we bij Borkum voor anker liggen ga ik zwemmen. Doordat er een vrij harde stroming staat kom ik gewoon niet vooruit. Gelukkig heb ik voor de zekerheid een touw vast, anders kwam ik nooit terug bij de boot.

Donderdag 8 – maandag 12 augustus Schiermonnikoog – Lekkum – Sneek – Oppenhuizen

Het is erg leuke en aangenaam op Schiermonnikoog, waardoor we in totaal drie nachten blijven. Dat is dan meteen onze langste verblijf op een plek van de hele vakantie. We wandelen en fietsen, ik zwem lekker in zee en vermaken ons prima. Vrijdagochtend regent het de hele ochtend, daarna is het weer mooi weer, wel met veel wind de hele dag.

Zaterdag zeilen we rond de middag naar Lauwersoog en meteen door het Lauwersmeer af. Daarna is het wind tegen motoren op de Dokkumer Ee. Onderweg komen we langs een brouwerij in Bartlehiem, waar we het Grutte Pier-bier proberen.

Alle steigers langs de Dokkumer Ee liggen vol met boten, gelukkig vinden we vlak voor Leeuwarden in Lekkum nog een plekje. De volgende dag door Leeuwarden heen en door naar Sneek. Daar leggen we op 130 meter van het nieuwe huis van Jorrit en Marije aan.

We slapen nog een nachtje op de boot en zijn maandags weer thuis.

We zijn ruim vier weken op de boot geweest. Het werd een andere route dan gepland, maar daar zijn we achteraf erg blij mee. Gelukkig hebben we heel veel mooi weer gehad, veel zon en niet te warm waardoor het lekker was om dingen te doen. De lange tochten hebben we voor het grootste deel zeilend kunnen doen, dat was ook wel erg fijn. Het Duits/Deens wad is echt een heel mooi gebied, het is onbegrijpelijk dat er niet meer zeilers te vinden zijn.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

De hosting en het beheer van deze site wordt gesponsord door Jorrit-Photography