Zomer 2023 Engelse Oostkust

Een aantal jaar geleden hadden we al het plan om naar de Engelse oostkust te gaan, maar door corona ging dat niet door. Nu dus opnieuw dat plan en om ons op weg te helpen brengt Jorrit de Emergo alvast naar Scheveningen. Vrijdagavond zijn we op de boot en kan de vakantie beginnen, we hebben 3 – 4 weken de tijd. Het idee is om over te steken naar de riviertjes net boven de Thames (Crouch en Roach) en van daar noordwaarts, dan zien we wel hoe ver we komen.

Maandag 24 juli Vertrek uit Scheveningen

De eerste twee dagen staat er een harde wind uit het zuidwesten, dus we vermaken ons in Scheveningen. Huib klust er natuurlijk vrolijk op los en we gaan nog in Delft bij Jorrit eten. Maandagmiddag neemt de wind af en draait de wind naar het noorden en die lijkt net lang genoeg zo te blijven staan om de overkant te halen. Als Eveline onze route voor de oversteek ziet vraagt ze waarom we niet rechter oversteken waardoor het korter is en dat is eigenlijk wel een goed idee.

Dus we zetten een nieuwe route in de iPad, Lowestoft wordt de bestemming. Rond half vier ‘s middags varen we de haven uit en we kunnen meteen vol aan de bak. Het is windkracht 5, flinke golven en we varen redelijk scherp aan de wind.

Dit is eigenlijk wat we niet wilden, maar ja, we gaan toch maar door. Tot ongeveer middernacht is het pittig varen. Zelfs Huib z’n stalen maag kan dit niet hebben, dus de avondmaaltijd slaat hij even over en ik beperk me tot koude pasta, want opwarmen zie ik niet zitten. We hebben wel lekkere snelheid de eerste tien uren, maar daarna neemt de wind af waardoor het prettiger wordt, maar het ook minder opschiet. Als we midden in de nacht uitwijken voor een windmolenpark moeten we even recht tegen de stroom in en liggen we bijna stil, heel frustrerend. Iets over één uur Engelse tijd leggen we aan in Lowestoft, dit was echt een pittige tocht. Als we een paar dagen later een paar mannen tegenkomen die op zelfde dag zijn overgestoken vertelt de een dat hij midden in de nacht bedacht dat hij de boot gewoon ging verkopen. Dat voelt dan toch goed, we waren niet de enigen die het zwaar vonden.

Woensdag 26 juli Lowestoft

Na een goede nacht ziet de wereld er weer zeer zonnig uit. Lowestoft is erg veel vergane glorie, met het wegvallen van de visindustrie bleef er niet veel van over. Dat maakt het meteen ook weer zo zalig Engels dat we er volop van genieten. We wandelen naar het meest Oostelijke puntje van Engeland, hebben een cream tea in een mooi parkje, komen langs een schitterend caravanpark waar de Engelsen patent op hebben en maar liefst twee bowling greens.

Verder bezoeken we het Maritime Museum, een bonte verzameling over de maritieme geschiedenis van Lowestoft. Jorrit (sr) wilde erg graag dat we op zoek gingen naar een monument over de Battle of Lowestoft. We hebben alle zuilen en herinneringstekens bekeken, maar niets over deze battle. Gelukkig was er in het museum iets over te vinden, een schandvlek in de Nederlandse geschiedenis!

Donderdag 27 juli Lowestoft – Southwold

We varen vandaag in een paar uur naar Southwold. Eerst was het plan om naar het noorden te gaan, maar de afstanden zijn dan vaak groter en als we dan weer terug willen naar Nederland moeten we helemaal een grote afstand afleggen. We kiezen dus voor scharrelen naar het zuiden om dan over een paar weken bijvoorbeeld bij Ramsgate of Dover over te steken. Southwold is slechts 11 mijl en met scherp aan de wind varen en een slag maken komen we er. Eigenlijk liggen we niet in Southwold maar aan de rivier Blyth en dan ook nog aan de overkant, dat is Walberswick. Het is een smalle rivier met aan wandelpad aan beide kanten, daarna moerasland en verderop de dorpjes.

Als we rond hoogwater aankomen staat er nog steeds een flinke stroom. Best spannend om dan te keren op zo’n smal stuk, maar het lukt gelukkig in een keer. Daarna tegen de stroom aanleggen betekent vrij veel gas geven, maar door de stroom leggen we zeer gecontroleerd aan.

Aan beide kanten liggen allemaal losse steigertjes met zeer verschillende boten. Vrij veel vissersboten in alle soort en maten en ook wat zeil- en motorboten. Zowel in het water als op de kant liggen de nodige boten die hun beste tijd gehad hebben. Ook een paar grote zeilboten die echt wel goed zijn geweest, maar waar zo te zien al jaren niemand naar om heeft gekeken, zo zonde.

De passantenhaven heeft drie langere steigers op verschillende plekken waar je kan gaan liggen. Het is absoluut niet druk met passanten, de havenmeester zegt dat het ongebruikelijk is voor deze tijd.

Lekker rustig aan onze kant! In de verte kun je de kerktoren van Walberswick zien liggen.

Vrijdag 28 juli Southwold/Walberswick

Het is eigenlijk iedere dag ‘van alles wat weer’ met wolken, wat druppels en zon. Gelukkig is de temperatuur prima, zeker om te wandelen enzo. ‘s Ochtends lopen we naar Southwold, wat wordt aangeprezen als een erg mooi dorpje. We zijn duidelijk verwend door de dorpjes aan de zuidkust vorig jaar, want het is wel een leuk dorpje, maar het haalt het toch niet bij de dorpjes aan de zuidkust. Het is sowieso wel wat afkicken, want ook het Suffolk Coastal Path wat hier loopt, is toch wel heel anders dan waar we vorig jaar gelopen hebben. In Southwold lopen we de sailors reading room binnen. Dat is echt een mooie pandje met veel scheepvaart relikwieën. Het is in 1864 gebouwd om vissers en zeelui uit de pub te houden. Helaas mocht je binnen geen foto’s maken.

Op verschillende plaatsen is hier trouwens aangegeven hoe hoog het water in 1953 heeft gestaan. Ik heb me nooit gerealiseerd dat we niet alleen in Nederland een watersnoodramp hebben gehad. Ook langs deze kust zijn toen ruim 300 mensen omgekomen.

‘s Middags maken we een wandeling rondom Walberswick, met open moeras, wat bos en veel riet. In het dorp staat een bijzondere kerk. Toen het dorp in de 17e eeuw in verval raakte en de kerk ook, is met een deel van de (te) grote kerk een kleinere nieuwe gebouwd. Deze staat binnen de ruïne van de oude kerk.

‘s Avonds uit eten aan de overkant van het water, bij de Harbour Inn. Niets zo leuk als ergens eten met zicht op de Emergo, al ziet het er weinig prozaïsch uit met plassen en auto’s tussen ons en de boot. Toch was het lekker en gezellig!

Zaterdag 29 juli Southwold – Orford Quay

Het is vandaag weer gehaktdag, we zeilen ruim 20 mijl en dat is de hele tijd scherp aan de wind varen/hakken. Eigenlijk zeilen we sinds ons vertrek uit Nederland alleen maar scherp aan de wind, wat natuurlijk het gevolg is van de keuzes die we gemaakt hebben. Maar daarmee is het niet minder oncomfortabel, vooral omdat er vandaag ook aardig wat wind staat, het grootste deel windkracht 5. Net als het het laatste stuk wat lekkerder gaat lopen doordat de wind wat afneemt, zakt de fok opeens naar beneden. Het blijkt dat de val bovenin los is gegaan, dus die moet eerst door de mast gehaald worden voordat we die weer kunnen gebruiken, dat komt later wel. De laatste meters op zee leggen we zonder fok af en dan varen we de rivier Alde/Ore op. De toegang is heel bijzonder, want er ligt een natuurlijke grindbank tussen de zee en de rivier, dat schijnt geomorfologisch uniek te zijn. Je moet er ook eerst helemaal voorbij varen en dan weer terugsteken. De grindbanken verschuiven nogal, dus je moet goed de tonnen volgen terwijl er ook nog vrij harde (dwars)stroom staat.

Eenmaal op de rivier is het veel rustiger en met een flinke stroom mee varen we naar Orford, waar we aan een mooring gaan liggen.

Een deel van het gebied tussen de rivier en de zee was/is militair gebied en met name in de koude oorlog speelde het een belangrijke rol omdat het de basis was voor het nucleaire programma van de UK. Ook voor de ontwikkeling van de radar was dit een belangrijke plek. Later zond de BBC World Service vanaf deze plek uit, dat is wel weer leuk want daar heb ik best vaak naar geluisterd. Er staan nog vreemde bouwsels en verder is het nu een belangrijk natuurgebied.

Zondag 30 juli Oreford

Het is wel fijn om aan de mooring te liggen, want de wind blijft aardig doorblazen ‘s nachts en de volgende dag. We pompen de Luctor op, hangen het motortje er aan en varen naar de kant. Orford is echt een mooi dorpje, met mooie huizen, een kerk en een kasteeltje.

Verder natuurlijk naar verhouding bijzonder veel pubs en gelukkig een tearoom bij de haven waar we lekker lunchen. In deze regio staan langs het water vooral zwarte houten huisjes, soms wordt er nog verse vis vanuit zo’n huisje verkocht.

We maken een wandeling in de buurt, deels door de velden en deels langs het water. Ik heb voor £5 de Ordnance Survey app geactiveerd en daarmee kunnen we alle wandelpaden vinden, zo handig.

We hebben mazzel want ‘s ochtends is het weer best aardig, later in de middag regent het vooral. Daardoor kan Huib de lekplekken op de boot wel makkelijk vinden!

Maandag 31 juli Orfold – The Oaks

Rond negen uur varen we met de stroom mee tien mijl verder de rivier op. De rivier zelf is heel breed, maar de geul is veel minder breed. Vanaf ongeveer halverwege wordt de geul door prikken (withies) gemarkeerd, gelukkig zijn die goed te zien en aan de bakboordkant hangen er rode dingen (vaak jerrycans) in.

We komen langs mooie namen als Iken Church en Troublesome Reach en gaan iets verder net buiten de geul voor anker. Aangezien we hier mooi beschut liggen, hijst Huib mij de mast in om het fokkeval weer door de mast heen te krijgen. Daarna peddelen we met het bootje naar de kant en wandelen wat rond. Het weer valt mee, er was regen voorspeld, maar afgezien van wat druppels is het vrij aardig weer. Als we later die middag bezig zijn de fok weer omhoog te trekken valt me op dat de boot niet meer schommelt. Als de fok goed zit start ik snel de motor, maar helaas, we liggen al muurvast. We wilden weer terugvaren naar het begin van de rivier om morgen naar Ipswich te varen, maar dat gaat nu niet lukken. We vallen dus ongepland droog en blijven een nachtje hier. Droogvallen op deze plek is helemaal niet erg, we zien zeehonden een eindje verderop liggen en veel vogels. We liggen in een soort van waddengebied, maar met het verschil dat het een rivier is. De zon komt ook steeds meer door ‘s avonds. We liggen niet ver van de kant, een man die langsloopt vraagt of we nog iets nodig hebben, heel aardig.

Droogvallen met zicht op Iken Chur

Dinsdag 1 augustus The Oaks – Ipswich

Uiteindelijk zijn we gisteravond laat een stuk teruggevaren, om vandaag in Ipswich te kunnen komen. Eigenlijk wilden we als we los waren alleen iets opschuiven naar de geul zelf, maar eenmaal los besloten we door te varen naar dieper water. Dat was best uitdagend in het donker. Huib voorop met een zaklamp zoekend naar de prikken, ik met iPad in de hand proberen onze track van de heenweg te volgen, wat best lastig was omdat onze huidige locatie soms wat achterbleef. Complicerende factor was ook dat Huib naar voren bleef mompelen/praten/roepen, terwijl ik tien meter achter hem stond! Ik bleef dus naar voren krijsen dat hij naar achteren moest roepen, maar dit kon niet voorkomen dat we op een gegeven moment toch weer vastliepen. Ik ben blij dat we alleen vogels en zeehonden als getuigen hadden. Maar we kwamen weer los en uiteindelijk een stuk verderop voor anker gegaan.

‘s Ochtends op tijd weer weg, tegen de stroom in de Alde en Ore af en daarna naar de rivier de Orwell, tussen Felixstowe en Harwich in. Het is wel grappig, want eerst vaar je tussen industriegebied met veel opgestapelde containers, daarna door erg mooi heuvelachtig landschap en bij Ipswich kom je weer in de industrie terecht. De haven ligt in een groot opgeknapt voormalig havengebied, prima locatie. Verder weinig bijzonders, beetje fris en zoals de meeste dagen van alles wat weer. Het goede nieuws was wel dat we voor het eerst een fijne hoeveelheid wind hadden. Toen we ‘s ochtends wakker werden waaide de stront weer van de dijken, maar eenmaal op zee was die afgenomen tot een aangename windkracht 3-4.

Woensdag 2 augustus Ipswich

Een dagje Ipswich, wat mooier is dan we hadden verwacht. We kunnen precies tussen de buien door de stad bekijken! Rondom de haven is het gebied nog in transitie, het grootste deel is al wel vernieuwd, maar er staan ook nog wat oude panden die nog niet zijn aangepakt. Het is wel een mooie mix van opgeknapte en nieuwe gebouwen.

Ipswich Town heeft een open dag en ik hoop iets van het veld te zien, maar het blijkt allemaal buiten het stadion te zijn. Het is wel bijzonder te zien dat er de rij voor handtekeningen van de spelers om de helft van het stadion heenloopt. Het is ook nog zo’n stadion dat in de woonwijk staat, dat kom je niet veel meer tegen.

Je kan zelfs condoleancekaarten van Ipswich Town kopen!

De haven waar we liggen is trouwens het verzamelpunt voor een feestweekend van de Old Gaffers Association, dat zijn boten met gaffeltuig. Door de harde wind zijn er nog niet zoveel gearriveerd als gehoopt, maar toch is het al een leuk gezicht.

Donderdag 3 augustus Ipswich – Pin Mill

Als de sluis naar de haven openstaat (free flow) vertrekken we voor een klein stukje varen naar Pin Mill aan de Orwell. Om een of andere reden is die plek een begrip in zeilkringen, als je aan de oostkust bent geweest moet je ook een pint hebben gedronken bij de Butt & Oyster in Pin Mill. Dus hier het bewijs:

Behalve de pub bestaat Pin Mill nog uit de werf van Harry King, die ook de moorings beheert. Op de kant en in het water liggen overal boten in verschillende stadia van ontbinding, Harry heeft genoeg werk!

Voordat we bij the Butt & Oyster neerstrijken maken we een wandeling in de omgeving, een mooi glooiend landschap met het rivierdal aan de ene kant. We komen langs mooie gebouwen en met uitgestrekte speelvelden, dat blijkt een kostschool te zijn. Voor bijna 50.000 per jaar moet je daar toch goede scholing krijgen lijkt me.

‘s Avonds zoeken we nog wel even een andere mooring op, want met laagwater liggen we aardig vast in de modder. Aangezien we morgen op tijd weg willen is het handiger als we in wat dieper water liggen, we hebben ons lesje geleerd!

Vrijdag 4 augustus Pin Mill – Heybridge Basin

We vertrekken rond 7 uur en dit is qua zeilen de beste dag tot nu toe. Een fijn windje, eerst achter, dan halve wind en daarna aan de wind. Helaas voel ik me niet zo lekker en lig het grootste deel van de tocht binnen te slapen. Hetgeen ook wel voordelen heeft overigens:

Op deze foto kun je ook goed zien dat het weer zeer wisselvallig was, want we hebben ook stukken in de zon gevaren. Na de Orwell varen we een stuk over zee naar de volgende rivier, Blackwater. We varen die zo’n 10 mijl op tot we bij Heybridge Basin zijn. Daar kun je rondom hoogwater door een sluisje waarachter je kan liggen. Het is erg Engels en schattig, met een leuke lock keeper die persoonlijk de sluisdeuren open- en dichtduwt en een pub pal naast de sluis. We passen precies met acht boten in het sluisje, de meesten zijn Nederlanders.

Tussen de buien door lopen we ‘s middags langs jaagpad van het kanaal naar de supermarkt in Maldon.

Het sluisje met daarachter het haventje
Dit is de rivierkant van de sluis, je snapt waarom je alleen met laagwater naar binnen kan varen

Zaterdag 5 augustus Heybridge Basin

Vandaag regent het bijna de hele dag. Precies als het sluisje gaat draaien, twee vertrekkers en drie nieuwkomers, is het droog. We kunnen gelukkig de lock keeper helpen met het openen en dichtdoen van de sluisdeur, het hoogtepunt van de dag!

Even later maken we een grote inschattingsfout, we vertrouwen geheel op de info van de MetOffice, en denken dat het een uurtje droog blijft. Wandelschoenen dus aan en op pad. Op zich een mooie wandeling, maar het begint als snel natuurlijk toch weer te druppelen en dat gaat over in plenzen. We worden nat tot op onze onderbroeken. Gelukkig is het daarna bij de Jolly Sailor erg lekker en gezellig. Na deze regendag zou het weer beter moeten worden.

Tijdens het wandelen weer de nodige wrakjes tegengekomen, toch zonde

Zondag 6 augustus Heybridge Basin – Osea Island

Vandaag worden we inderdaad wakker met een stralend zonnetje, iedereen komt met z’n ogen knipperend naar buiten. We fietsen naar Maldon, dat ligt iets verder stroomopwaarts. Een aardig plaatsje, niet spectaculair, maar wel prima.

Het is het meest bekend van het Maldon Salt, Jorrit liet me weten dat het 29 per kilo bij de Appie kost. Nadat we boodschappen hebben gedaan (joehoe, een Lidl) fietsen we terug naar Heybridge Basin voor een lekkere cream tea bij de mooie Team Room aan het water.

Rond half vier staat er genoeg water om de sluis te bedienen. Het gaat zo relaxed dat we er volgens mij wel een uur over doen. Eerst komt Paul (de lock keeper) langs om te zeggen welke volgorde we kunnen binnenvaren, daarna schutten en daarna kachelt iedereen er rustig uit. Dat geeft helemaal niets, want de tafels van de pub staan op een paar meter van de kant, dus we kletsen met de mensen die aan hun zondagmiddag pint zitten. Alle mannetjes uit de omgeving zijn ook paraat om touwen aan te pakken, te duwen. Erg gezellig dus allemaal.

We varen een paar mijl en gaan dan voor anker in de beschutting van een eilandje, het is te laat om nu door te varen naar de volgende rivier.

Maandag 7 augustus Osea Island – Yokesfleet Creek

Vandaag is een perfecte zeildag. We varen weg van ons anker op het zeil, altijd lekker om de motor niet te gebruiken. Er staat een mooi windje, rustige zee en we hebben stroom mee. Omdat we om wat banken heen moeten is het toch nog 33 mijl naar de volgende rivier, de River Crouch. Daar aangekomen varen we al snel de River Roach op om vervolgens in een kreek voor anker te gaan. Hier is echt helemaal niets, alleen een kreek die voor groot deel droogvalt en op de banken liggen dan allemaal zeehonden. We vermaken ons de rest van de midddag en avond met zeehondenobservaties. Op ongeveer 150 meter van de boot liggen ongeveer 15 zeehonden en een stuk verderop nog eens 30. Als het water stijgt hobbelt een aantal omhoog en gaat in het groen (o.a. zeekraal!) liggen om later alsnog het water in te glibberen. Een zeehond komt een aantal keren vlak achter de boot en lijkt ons nieuwsgierig aan te kijken (al schijnen ze boven water slecht zicht te hebben).

Dinsdag 8 augustus Yokesfleet Creek – Burnham-on-Crouch

Als we wakker worden is het net hoogwater geweest en gaan we weer richting laag. Na een paar uur komen de eerste zeehonden aangezwommen die vervolgens de kant op glibberen. Ze hebben twee manieren om zich voort te bewegen op de kant, bobberen en zwabberen. De ene is verticaal hobbelen en de andere horizontaal, beiden zien er even onhandig uit. Regelmatig is er een met wat moeite de bank opgekomen om dan vervolgens weer net zo hard het water weer in te glijden, het is niet duidelijk of dit de bedoeling is of niet. Verder zwemt er een zeehond rond die waarschijnlijk dolfijn wil zijn, want die probeert echt uit het water te springen. We vermaken ons dus prima met ‘seal watching’.

Tegen de middag gaan we anker op en varen naar de haven van Burnham-on-Crouch. Allicht komt het doordat het een groot deel van de middag miezert/regent, maar ook dit plaatsje haalt onze top-10 van mooiste plaatsen niet. Het leuke is wel dat er een station is en dat je in iets meer dan een uur in Londen kan zijn. We besluiten om morgen een dagje naar Londen te gaan.

Woensdag 9 augustus Londen

Er is niet alleen een station in dit dorp, maar er is ook nog een balie met echte mevrouw en zelfs een kiosk met koffie enzo. De trein is ook prima en even later staan we op Liverpool Street. We gaan eerst naar Stoke Newington, waar ik vroeger gewoond heb. De wijk is niet heel veel veranderd, beetje nieuwbouw, maar is eigenlijk wel een prima wijk. Naast mijn oude huis is de mooiste bezienswaardigheid Abney Park Cemetery. Deze grote begraafplaats stamt uit ongeveer 1840 en is totaal overwoekerd, maar daarom juist heel mooi.

De rest van de dag zitten we bovenin voorin een dubbeldekker, lopen we veel, bewonderen toch weer even de gerestaureerde Big Ben en hebben om 5 uur een rustmoment in de St Paul’s Cathedral. Het is £20 om die te bekijken, maar als je naar de ‘choral service’ om 5 uur gaat is het gratis en krijg je ook nog een mooi concert van driekwartier. Daarna nog wat rondgekeken in de City, waar alle zakenmannetjes buiten bij de pubs bier stonden te drinken (het was woensdag!).

Rond 9 uur zijn we moe maar voldaan weer terug bij de boot. Na alle vergane glorie in de plaatsen waar we afgelopen weken waren, was het leuk om shiny Londen te zien.

Donderdag 10 augustus Burnham – Yokesfleet Creek

Laatste dag in Engeland. We besluiten om weer naar ons zeehondenobservatieplekje te gaan, daar lagen we heel lekker. Van daaruit kunnen we dan morgen de zee op richting Vlissingen.

Als we begin van de middag rond laagwater daar naar toe varen zien we op de banken van de Roach, net voor Yokesfleet Creek, al een boel zeehonden liggen. We vrezen het ergste en inderdaad, om de een of andere reden zijn ze om de hoek gaan liggen. Dat is een veel minder beschutte plek om te liggen, dus we ankeren maar op een door zeehonden verlaten Creek. Verder maken we ons klaar voor de oversteek.

Vrijdag/zaterdag 11/12 augustus Yokesfleet Creek – Vlissingen

We vertrekken rond half negen. Vanwege de banken voor de kust moeten we eerst een bocht maken en later nog een keer van koers veranderen vanwege het verkeersscheidingsstelsel.

De wind doet gelukkig vrij precies wat er voorspeld was. Valt begin van de middag wat weg om dan even later weer stevig terug te komen. In korte tijd gaan we van motor erbij om snelheid te houden naar twee riffen in het zeil omdat het windkracht 5/6 is. Na een paar uur zakt de wind weer wat terug en hobbelen we vrij goed door. ‘s Nachts zetten we af en toe de motor even bij, maar het grootste deel kunnen we prima zeilen.

Karakteristiek tijdens deze overtocht: Huib actief met de zeilen bezig terwijl ik lekker een boek lees

Rond half acht leggen we in de regen aan in Vlissingen, 22 uur over gedaan. Niet supersnel, maar wel prima. Het laatste stuk regent het, in combinatie met het donker is het zicht de laatste uren vrij slecht. Gelukkig kunnen we op de iPad goed zien waar we zijn en wat er in de buurt vaart. We worden door Centrale Zeebrugge nog opgeroepen omdat we vlak langs een op drift geraakte boei komen, da’s wel aardig van ze.

We slapen even een paar uur en daarna voelen we ons wel weer prima. De zon schijnt inmiddels ook weer lekker. ‘s Avonds gezellig uit eten met Meinte en Maartje bij de haven.

Zondag 13 augustus Vlissingen – Scheveningen

Dit was niet een zeildag waar ik naar uitkeek. De wind zou ‘s nachts door blijven blazen en ‘s ochtends nog stevig zijn en dan in de loop van de ochtend afnemen. Ik zag ons al hakkend de Westerschelde afvaren. Maar zoals vaker viel het weer hartstikke mee, de Schelde was lekker kalm, de wind prima en de zonsopkomst mooi. Tot mijn verbazing liggen er op het Nollestrand bij Vlissingen zeehonden, die heb ik daar nog nooit gezien.

We hebben de wind recht achter vanaf de hoek van Walcheren tot Scheveningen. Eerst varen we met de bulletalie op het grootzeil en de spiboom op de fok. Aangezien de wind wel stevig is (windkracht 5) en we door de golven behoorlijk rollen, vinden we het toch niet prettig varen en besluiten al vrij snel om af te kruizen, dat vaart veel fijner. Bij de Maasmonding worden we opgeroepen met het verzoek om achter drie grote invarende schepen langs te gaan. We waren anders van plan, maar voldoen natuurlijk netjes aan het verzoek van de verkeerscentrale. Het voelt altijd wel echt als je opgeroepen wordt. In Scheveningen is het WK Zeilen en waarschijnlijk denken veel mensen dat je niet in de haven terecht kan, want het is echt heel rustig in de passantenkom. We lopen nog even naar het festivalterrein, maar er is niet heel veel meer te beleven.

Maandag 14 augustus Scheveningen – Amsterdam

Dit is een weinig enerverende dag, weinig wind, weinig bijzonders. We vertrekken begin van de middag zodat we stroom mee hebben. In verband met het WK worden we verzocht om eerst een eind naar buiten te varen en dan pas naar het noorden te gaan. Op allerlei verschillende plakken zie je veel zeilen van de verschillende WK-velden. Bij IJmuiden naar binnen en het idee is om bij een haventje in Spaarndam te gaan liggen. Daarvoor moet je eerst een brug door, maar die heeft wat kuren. Om 19 uur gaan ze weer proberen de brug te openen, maar als we de brug oproepen iets over zevenen, klinken ze niet erg zeker. Over het openen van de brug de volgende zijn ze nog onzekerder, dus we tuffen maar door naar Amsterdam. Straks liggen we een week in Spaarndam opgesloten!

Dinsdag 15 augustus Amsterdam – Lelystad

Zo niet enerverend als gisteren was, zoveel spanning en spektakel hebben we vandaag. Het Noordzeekanaal en het IJ afvaren is altijd wel leuk, er is genoeg te zien. Als we de Oranjesluizen uitkomen scheuren we snel door naar de Schellingwouderbrug want die gaat maar drie keer per uur open en we kunnen net die van 9:40 halen. De bomen gaan inderdaad dicht als we aankomen. Er staan echter twee meisjes aan de verkeerde kant van de slagbomen, dus we zeggen tegen elkaar dat het wel even gaat duren. Tot onze verbazing gaat de brug echter wel gewoon omhoog. De meisjes hebben door dat iets niet klopt en willen met hun fietsen terug naar waar ze vandaan komen en rennen dus de brug weer over. Die gaat omhoog dus wij zien vanaf het water de meisje richting het open deel rennen. Ze zien gelukkig dat het niet kan, gooien hun fietsen neer en rennen weer naar beneden. Om een of andere redenen rent een meisje weer terug omhoog, het lijkt echt of ze van de brug gaat vallen. Wij liggen vlakbij en staan te schreeuwen en krijsen dat ze terug moet. Dat doet ze gelukkig en op dat moment stopt de brug ook met draaien. Het duurt even maar dan gaat de brug weer dicht en kunnen we fietsen opgeraapt worden, de bomen gaan weer open en iedereen gaat weer verder.

Wij zijn echt zo geschrokken en het was zo eng, ik moet gewoon huilen van de schrik en heb de hele dag een zere keel door het krijsen naar de meisjes. Onze opening gaat dus niet door en precies 20 minuten later komt er politie om met de brugwachter te praten, dus ook die opening gaat niet door. Veertig minuten later en vol adrenaline varen we dan toch door naar Lelystad.

In Lelystad fietsen we naar het Oostrandpark waar alleen Emmy thuis is. Na het (lekkere) eten fietsen we weer naar de haven.

Woensdag 16 augustus Lelystad – Lange Warren

We weten nog niet of dit nu onze laatste dag is of dat we nog een nacht op de boot blijven. Het is mooi weer en de eerste uren kunnen we nog mooi zeilen. Daarna draait de wind de verkeerde kant op en valt een eind weg, dus we zetten de motor maar weer aan. Als we voorbij Lemmer pikken we een marboei op en dan duik ik voor de allereerste keer deze vakantie dan toch nog het water in. Door het matige weer en de modderige Engelse kust heb ik nog niet veel behoefte gehad om te zwemmen. Maar nu dus wel en het is zalig.

We varen nog een stukje verder en gaan nog ergens op een mooi plekje aan een steiger liggen voor de laatste nacht op de boot. We kunnen nog genieten van een mooie zonsondergang.

Donderdag 17 augustus Lange Warren – Oppenhuizen

Nu is het toch echt de laatste dag. We poetsen nog wat, pakken de spullen in en varen naar Oppenhuizen waar Floor ons ophaalt. Het waren lekkere weken, met wisselvallig weer en een gebied waar we graag een keer naar toe wilden, maar nu ook wel gezien hebben. Op het water is de Engelse Oostkust van Suffolk en Essex leuk, maar landschappelijk en qua dorpjes is het weinig bijzonder. Maar goed, bijna vier weken op de boot zijn is altijd lekker.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

De hosting en het beheer van deze site wordt gesponsord door Jorrit-Photography